Geographic Information Systems (G0P10A)

Uit AlfaWiki
Versie door WikiAdmin (overleg | bijdragen) op 10 jul 2018 om 13:46 (1 versie geïmporteerd)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Docent(en) Prof. Van Orshoven
Code G0P10A
Studiepunten 4
Leslocatie Elektrotechnisch Instituut
Semester 1e semester
Jaar 3ba

Dit vak gaat over de theoretische achtergrond van GIS. Het praktische deel wordt gedoceerd door Annelies Verstraelen en vormt een ander onderdeel. Het theoretische deel telt voor 50% van de punten, het praktische deel telt ook voor 50% maar is nog eens opgedeeld in takehome (75%) en oefening op examen (25%).

Examenvorm

Het examen bestaat uit twee delen. Een theoretisch gedeelte van prof. Van Orshoven en een oefening over de practica. Van Orshoven stelt twee grote vragen over, over elk onderdeel één (I0D96a en I0D97a). Vervolgens geeft hij per onderdeel 5 stellingen die beantwoord moeten worden met juist/fout + argumentatie (belangrijker dan juist/fout). De oefening is vaak het manueel oplossen van een bepaalde analyse (MCE: WLC - OWA; Network Analysis: cost path).

Examenvragen

2017-2018

Verschillende grote vragen (aanvullen)

  • A/D-conversies
  1. Beschrijf de methodes die gebruikt kunnen worden om analoge data om te zetten in raster geodatasets.
  2. Welke resoluties zijn er?
  3. Wat is de binaire en decimale waarde als men een signaal van 2,295V doorheen een 5-bit radiometrische resolutie stuurt met een bereik van 0 tot 5V?
  4. Welke problemen treden op bij het omzetten van raster in vector datasets en hoe kunnen we deze vergemakkelijken?
  5. Wat zijn de A/D conversies voor een raster? Wat zijn de tekortkomingen van deze conversie? Wat is lijngeneralisatie? Leg 1 algoritme uit om een lijngeneralisatie uit te voeren volledig uit.
  6. Het algoritme van Dijkstra toepassen. Bij welk soort data kan dit algoritme gebruikt worden? Geef twee toepassingen van dit algoritme in GIS.
  7. Geef de voor- en nadelen van 'point digitisation' en 'stream digitisation'.
  8. ...
  • Spatial-Tempo data analysis
  1. Welke "times" kennen we met betrekking tot GIS?
  2. Extra-application mogelijkheden van multi-temporele gDB tegenover uni-temporele en a-temporele.
  3. Hoe kan data van een bewegend object in de gDB opgeslagen worden?
  4. ...
  • 'Geospatial data modelling' en 'implementing a geospatial database' (gDB) zijn twee items die aan elkaar gelinkt zijn
  1. Klopt deze stelling volgens jou? Beargumenteer kort
  2. Leg beide items uit in meer detail
  • Filtering
  1. Leg uit 'filtering of a raster'
  2. Welke types worden vaak gebruikt voor gecategoriseerde rasters en welke voor continue raster? Leg deze ook uit
  3. Waarom wordt filtering gebruikt
  4. Is er een link tussen filtering en buffering? Zoja leg uit.
  • Analyse van topologische netwerken
  1. Dijkstra's algorithme toepassen op de tekening
  2. Wat is de kortste weg en met de minste impedantie?
  3. ...

Stellingen:

  • Deel 1 - I0D96a
  1. Entiteit, object, feautre en polygoon hebbne allemaal de zelfde betekenis in een GIS context.
  2. De conversie van geografische coördinaten (LON-LAT) naar geprojecteerde coördinaten (X-Y) resulteert altijd in een shape en direction distortion
  3. Een geodataset die niet wordt vergezeld van consistente metadata is onbruikbaar voor het oplossen van geospatiale vragen
  4. Om ellipsoidale hoogte metingen (h) naar geoïdale hoogte (H) te converteren, moet een vaste waarde N worden toegevoegd aan h
  5. GPS, Google Earth, Galileo en Beidou zijn allemaal Global Navigation Satellite Systems.
  • Deel 2 - I0D97a
  1. Overshoot, undershoot, weeding tolerance en slivers zijn fouten die voorkomen bij het scannen van analoge kaarten.
  2. Je krijgt 3 kleine tekeningen: welke stelt een kruising van wegen voor?
  3. Je hebt een overlay van 5 en 6 polygonen met ... attributen. Deze kunnen in totaal maximum 30 polygonen en ... attributen resulteren.
  4. ... (aanvullen)
2011-2012
  • Topologische overlay
  1. De verschillende stappen van een topologische overlay bespreken en illusteren
  2. Aan welke voorwaarden moet voldaan zijn om een topologische overlay toe te passen
  3. Voorbeeld van point-in-polygon algoritme uitleggen
  4. "Topologische overlay is de meest fundamentele functie in een een GIS" Waar of niet, beargumenteer
  5. 2 realistische voorbeelden geven waarvoor een topologische overlay gebruikt kan worden
  • GIS is een informatiesysteem. Gis is een technologie.
  1. Wat betekenen deze stellingen
  2. Wat is de relatie tussen de twee stellingen
  3. Welke soort vragen kunnen gesteld worden aan een GIS
  4. Voorbeeld bij elke soort